---

Om altijd bij de hand te hebben.

Bouwlamp klasse 1, 2 of 3: de nieuwste eisen

Bouwlamp klasse uitleg

In de steeds veranderende regelgeving omtrent bouwverlichting, snappen wij best dat je wellicht door de bomen het bos niet meer ziet. Daarom zetten wij in dit woud van regels de huidige stand van zaken even voor je op papier.

Bouwlampen zijn nog altijd onder te verdelen in drie klassen:

• Klasse I
• Klasse II
• Klasse III

De beschermingsgraad van een bouwlamp

Als eerste gaan we even in op de beschermingsgraad van een bouwlamp. Wellicht een wat lastig begrip, maar dit is beter bekend als de zogenoemde 'IP-codering'. Een bouwlamp dient tegenwoordig te minste voldoen aan de eisen voor IP-codering IP54. Dit houdt in dat de lamp op zijn minst is beschermd tegen stof en plenswaterdicht. Zo voldoen de bouwlampen klasse I aan deze voorwaarden. Onze klasse II-bouwlampen voldoen minimaal aan IP65.

Bouwlamp Klasse I

Een lamp die voldoet aan de eisen voor klasse I is geschikt voor een vaste opstelling boven de 2,75 meter aan een wand of muur. Zo luidt de officiële verklaring. Een bouwlamp klasse I dient minimaal te voldoen aan de eisen voor beschermingsgraad IP54 en moet worden aangesloten op het lichtnet door middel van een 3-aderige aansluitkabel voorzien van randaarde. Bovendien is een Klasse I-bouwlamp enkelvoudig geïsoleerd.

In de praktijk ligt het echter toch een beetje anders. Zo worden onze klasse I LED-bouwlampen Vetec 150 watt en Vetec 300 watt ook veel op een statief gemonteerd. Bovendien worden ze vaak geleverd in combinatie met onze lichtmasten. Omdat een lichtmast kan worden uitgeschoven tot drie, zes of zelfs twaalf meter, hangt de bouwlamp hoger dan 275 cm. Officieel is een mobiele lichtmast echter geen vast punt, omdat deze zelf mobiel zijn en naar beneden kunnen worden gehaald.

Bouwlamp Klasse II

Gebruik je lampen binnen handbereik op bijvoorbeeld een bouwterrein of sloopterrein? Dan is het verplicht om een bouwlamp Klasse II te gebruiken. Een lamp Klasse II is namelijk geschikt voor gebruik op de werkvloer binnen handbereik (verplaatsbare armaturen). Deze armaturen mogen 'bouwlampen' worden genoemd. Het is dan ook de meest voorkomende klasse.

Deze bouwlampen dienen met een 2-aderige aansluitkabel type H07RN-F met een minimale lengte van 5 meter op het lichtnet te worden aangesloten. Bovendien is het verplicht dat het aansluitsnoer is uitgevoerd met een aangespoten contourstekker zonder randaarde. Klasse II-lampen zijn dubbel geïsoleerd, geaard en zijn voorzien van een CE-markering en Kema Keur. Bovendien moet een bouwlamp klasse II voldoen aan de hellingproef.

Grondstatieven of uitschuifbare statieven voor verplaatsbare bouwlampen dienen te zijn voorzien van geïsoleerde handvatten en mogen op een helling van 15° niet omvallen!

Bouwlamp Klasse III

Bouwlampen die voldoen aan klasse III zijn geschikt voor het gebruik in nauwe, geleidende ruimten (kelders, ketels, etc.). Deze armaturen dienen te worden aangesloten op veiligheidstransformatoren met een uitgangsspanning van minder dan 50 Volt. De veiligheidstransformator dient men boven de vloer en buiten de ruimte te plaatsen. Bij gebruik van elektrisch gereedschap dient men een scheidingstransformator te gebruiken. De combi-transformator geeft je de mogelijkheid elektrisch handgereedschap 230 Volt, in combinatie met 42 Volt, veiligheidsverlichting te gebruiken.

Deze 'oude' voorwaarden voor een Klasse III-bouwlamp zijn inmiddels een beetje ingehaald door nieuwe technieken. Nieuw zijn namelijk onze LED-bouwlampen met een interne accu. Omdat deze bouwlampen niet rechtstreeks op het lichtnet worden aangesloten, is er sprake van een veel lager voltage. Daarom voldoen onze accu-bouwlampen eveneens geheel aan de eisen voor een klasse III bouwlamp.